Wat zijn elektrische parameters?
Elk apparaat dat elektriciteit gebruikt of verplaatst, heeft een set elektrische parameters. Dit zijn classificaties en codes, zoals CAT-specificaties en beschermingsklassen (IP-codes), die zijn afgestemd op de normen die zijn vastgesteld door speciaal benoemde teams van professionals. Als u de elektrische parameters van een apparaat begrijpt, kunt u beter begrijpen hoe u de prestaties van dat apparaat kunt testen en hoe u het apparaat en uzelf (en de mensen om u heen) veilig kunt houden. Enkele voorbeelden van elektrische parameters zijn impedantie, inschakelstroom, arbeidsfactor en spanningsval.
Wat zijn de CAT-specificaties van de multimeter?
Digitale multimeters zijn geschikt voor verschillende elektrische parameters, dus u moet controleren op de juiste CAT-specificaties, IP-codes en onafhankelijke verificatiesymbolen om er zeker van te zijn dat de door u geselecteerde meter is getest door een onafhankelijk laboratorium en veilig is voor uw metingen.
Bij het bepalen van de juiste overspanningscategorie (CAT II, CAT III of CAT IV) van de installatie, moet u altijd een instrument kiezen dat geschikt is voor de hoogste categorie waarin u het instrument mogelijk kunt gebruiken en een spanningsnorm selecteren die geschikt is voor deze situaties of deze zelfs overschrijdt. Meters met een CAT-specificatie zijn ontwikkeld om het risico op een vlamboog in de meter zo veel mogelijk te beperken. De classificaties bevinden zich meestal in de buurt van de ingangen.
Om een voorbeeld te geven: als u voorbereidingen treft om een 480-V voedingsdistributiepaneel te meten, moet u een meter gebruiken die minimaal voldoet aan CAT III-600 V. Dit betekent dat een CAT III-1000 V of CAT IV-600 V in deze situatie ook geschikt kan zijn.
Meetcategorie |
Omschrijving |
Voorbeelden |
CAT IV |
Driefasig bij aansluiting op netvoeding, alle geleiders buiten
Alleen beperkt door de nettransformator die het circuit voedt
››50 kA kortsluitstroom |
- De ‘oorsprong van de installatie’, dat wil zeggen: waar het laagspanningssysteem (kabels voor service-ingang) is aangesloten op het lichtnet.
- Elektriciteitsmeters, primaire overstroom-beveiligingsapparatuur.
- Buitenleidingen en service-ingang, serviceleiding van mast naar een gebouw, leiding tussen meter en paneel
- Bovengrondse leiding naar vrijstaand gebouw, ondergrondse leiding naar bronpomp.
|
CAT III |
Driefasige verdeling, inclusief enkelfasige commerciële verlichting
‹50 kA kortsluitstroom |
- Apparatuur in vaste installaties, zoals schakelinstallaties en meerfasenmotoren.
- Bus- en voedingscircuits in industriële installaties.
- Voedingen en korte aftakkingsstroomkringen, apparaten die rechtstreeks vanaf verdeelpanelen worden gevoed.
- Verlichtingssystemen in grote gebouwen.
- Contactdozen met korte verbindingen naar de service-ingang
|
CAT II |
Belastingen die zijn verbonden met een eenfaseaansluiting.
‹10 kA kortsluitstroom. |
- Huishoudelijke apparaten, draagbaar gereedschap en gelijksoortige belastingen.
- Contactdozen en lange aftakkingsstroomkringen.
- Contactdozen op meer dan 10 meter afstand van de bron van CAT III.
- Contactdozen op meer dan 20 meter afstand van een bron van CAT IV.
|
De tweecijferige IP-codes geven aan welke weerstand uw meter tegen stof en water kan bieden. Het beschrijft de grootte van de stofdeeltjes die worden tegengehouden en tot welke diepte uw multimeter kan worden ondergedompeld terwijl hij blijft functioneren.
Mate van bescherming tegen binnendringen van vaste stoffen
Niveau |
Objectgrootte |
Effectief tegen |
0 |
Objectgrootte |
Geen bescherming |
1 |
>50 mm |
Een groot oppervlak van het lichaam |
2 |
<12,5 mm |
Vingers en dergelijke |
3 |
<2,5 mm |
Gereedschap, dikke kabels |
4 |
<1 mm |
Granulaire objecten. De meeste kabels, schroeven enz. |
5 |
Beschermd tegen stof |
Niet volledig beschermd, maar mag geen belemmering vormen voor een goede werking |
6 |
Stofdicht |
Geen binnendringen van stof. Stofbestendig |
Het tweede cijfer van een IP-waarde geeft het beschermingsniveau tegen water aan.
Mate van bescherming tegen binnendringen van water
Niveau |
Beschermd tegen |
Details |
0 |
Niet beschermd |
|
1 |
Druppelend water |
Verticaal vallend water. Geen schadelijk effect |
2 |
Druppelend water, 15° kanteling |
Verticaal vallend water. Geen schadelijk effect wanneer het apparaat tot 15° gekanteld is ten opzichte van de normale positie |
3 |
Sproeiwater |
Water valt als spray bij maximaal 60°. Geen schadelijk effect |
4 |
Spattend water |
Water dat uit een willekeurige richting spat. Geen schadelijk effect |
5 |
Waterstralen |
Water dat door een spuitmond vanuit een willekeurige richting wordt gespoten. Geen schadelijk effect |
6 |
Krachtige waterstralen |
Water dat in krachtige stralen door een spuitmond vanuit een willekeurige richting wordt geprojecteerd. Geen schadelijk effect |
7 |
Onderdompeling tot 1m |
Onderdompeling in water tot 1 m gedurende 30 minuten. Waterdicht tot 1 m gedurende 30 minuten |
8 |
Onderdompeling dieper dan 1m |
Continue onderdompeling |
Plan een consultatie
Bij Fluke testen we onze producten op veiligheid, zodat ze tot het uiterste gaan. Alleen als het testteam er niet meer in slaagt om de werking van het instrument te verstoren, kan het instrument worden vrijgegeven voor productie. Het doel is ervoor te zorgen dat een digitale multimeter van Fluke steeds opnieuw bestand is tegen de meest veeleisende omstandigheden in de praktijk. En dat u, de gebruiker, veilig blijft en elke dag weer naar huis kunt terugkeren. We zorgen er ook voor dat onze producten onafhankelijk worden getest, om onze aanspraken te staven.
Wat zijn veiligheidsmaatregelen voor multimeters?
Veilig gebruik van digitale multimeters is belangrijk. Voordat u een meting uitvoert met uw multimeter, moet u deze eerst visueel inspecteren. Controleer de meter, de meetprobes en de accessoires op tekenen van fysieke schade. Zorg ervoor dat alle pluggen goed vastzitten en let op blootliggend metaal of barsten in de behuizing. Gebruik nooit een beschadigde meter of beschadigde meetprobes.
Nadat de visuele inspectie is uitgevoerd, controleert u of uw multimeter goed werkt. Neem nooit zomaar aan dat dit zo is. Gebruik een bekende spanningsbron of een controle-apparaat, zoals de Fluke PRV240, om te controleren of uw meter goed werkt. Dit is een vereiste van NFPA70E (VS) en GS38 (Europa).
Het werken met elektriciteit brengt altijd een risico met zich mee. Weet wat deze gevaren zijn en neem de juiste voorzorgsmaatregelen voordat u begint met het uitvoeren van metingen. Wees u bewust van de mogelijkheid van pieken zoals kortstondige overspanning en vlambogen of vonkoverslag.
- Ga er altijd van uit dat elke elektrische component in een circuit onder spanning staat totdat u de stappen hebt genomen om deze positief te ontladen. Een schok treedt op als het menselijk lichaam deel gaat uitmaken van een elektrisch circuit. Let dus op de positie van uw lichaam tijdens werkzaamheden in elektrische omgevingen.
- Zorg ervoor dat u in elke situatie de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt. Dit betekent zowel op het lichaam (d.w.z. handschoenen, hoofdbedekking) als in de buurt van het lichaam (d.w.z. geïsoleerde rubbermatten). Deze zijn nodig bij werkzaamheden aan of in de buurt van onder spanning staande en blootliggende elektrische circuits van meer dan 50 V.
- Werk nooit alleen aan of bij blootliggende en spanningvoerende apparatuur. Blijf veilig en zorg ervoor dat u en uw partner zich ook bewust zijn van de omgeving. Voer, indien mogelijk, geen metingen uit in vochtige of natte omgevingen en zorg ervoor dat er geen atmosferische gevaren in de buurt zijn (d.w.z. brandbaar stof of damp).
- Houd ten slotte het display van uw digitale multimeter in de gaten voor eventuele visuele waarschuwingen. Het kan gebruikers waarschuwen voor onregelmatigheden zoals onveilige spanningen (30 V of hoger) bij de meetprobes.