Archives for Veiligheid

Elektrische systemen inspecteren

Hoe infraroodcamera’s u helpen om uw werk veilig uit te voeren

Elektrische systemen inspecterenAls u onderhoud uitvoert aan of storingen zoekt in een industriële machine, hangt uw veiligheid deels af van uw omgeving en deels van uzelf. U wilt elektrische systemen inspecteren of controleren of de apparatuur binnen de specificaties werkt om schade of letsel door oververhitting, verkeerde uitlijning of problemen met de stroomkwaliteit te voorkomen. U bent er verantwoordelijk voor om de uitrusting correct te laten draaien en u wilt die uitrusting vanaf een veilige afstand controleren en storingen zoeken.

Een infraroodcamera kan u op beide vlakken helpen. Met warmtebeeldcamera’s kunt u apparatuur, constructies en processen van een veilige afstand scannen en zo de blootstelling aan veiligheidsrisico’s beperken. In sommige gevallen betekent dit dat u niet langer een warmwerkvergunning nodig hebt.

Dit zijn enkele gebieden waar een warmtebeeldcamera uw veiligheid verhoogt:

  1. Elektrische systemen inspecteren

    Met een infraroodcamera kunt u ver buiten de vonkboogzone staan en apparatuur onder spanning scannen met behulp van speciale infraroodstralen zonder het paneel te moeten openen. Dit kan uw risico beperken en mogelijk ook betekenen dat u minder persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moet aantrekken.

  2. Mogelijk explosieve omgevingen

    Met een warmtebeeldcamera met telelens kunt u verder van de apparatuur staan in een mogelijk explosieve omgeving en toch alle nodige details vastleggen. Door van grote afstand te scannen, hoeft u niet in torens, op schoorstenen of luchtfilters te klimmen om gebieden te inspecteren waar u anders niet dicht genoeg bij zou kunnen komen zonder de productie stil te leggen.

  3. Bouwinspectie

    Dankzij de afstandscapaciteiten van een warmtebeeldcamera met een telelens en/of groothoeklens kunt u heel wat plafonds, daken of wanden en leidingen scannen vanaf de grond. Dit beperkt de kans op vallen en versnelt uw inspecties.

Read more
persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor thermografisten

Vlamboogveiligheid en warmtebeeldtechniek

De National Fire Protection Association (NFPA) 70E-norm voor elektrische veiligheid op de werkplek heeft al een lange weg afgelegd betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor thermografisten (mensen die infraroodcamera’s gebruiken).

 

In de voorbij NFPA 70E-cycli hebben thermografisten en hun werkgevers ervoor geijverd om de vereisten te wijzigen voor vonkboogbestendige kleding en PBM voor het uitvoeren van een infraroodscan. En er zijn redenen om te klagen.

In een paper die werd voorgelegd aan de 2008 IEEE/IAS/ Electrical Safety Workshop1 merkte Vladimir Ostrovsky op dat dergelijke uitrusting (vooral de kap) de zuurstoftoevoer voor de drager beperkt, wat het gevoel van claustrofobie verhoogt en ademhalingsmoeilijkheden veroorzaakt. Hoewel ventilatiesystemen dit ongemak kunnen beperken, hebben thermografisten nog steeds moeite om goede warmtebeelden te maken als gevolg van beperkte lichtomstandigheden, het beperkte kijkvenster van de kap en het gebruik van hun infraroodcamera in combinatie met de zware handschoenen.

Tijdens de beoordeling van de voorstellen van de NFPA 70E in 2009, 2012 en 2015 deden verschillende

mensen en bedrijven voorstellen voor warmtebeeldtechniek en besprak de 70E-commissie nogmaals hun aanpak van het probleem.

De volgende vragen kwamen aan bod:

  • Wat zijn de werkelijke risico’s van thermografie?
  • Zal de thermografist de behuizing van de apparatuur onder stroom verwijderen of zal iemand anders deze taak uitvoeren?
  • Zal de thermografist het veld van de behuizing onderbreken?
  • Was er een risico op contact of onderdelen die in de apparatuur onder stroom vielen?
  • Hoe dicht zal de thermografist bij de potentiële bron van vonkbogen komen?
  • Is de persoon die de scan uitvoert een gekwalificeerd elektricien overeenkomstig OSHA en de NFPA 70E?

In de NFPA 70E van 2015 besliste de commissie dat indien de persoon die de behuizing verwijdert vonkboogbestendige kleding en PBM draagt, de thermografist dit niet hoeft te doen op voorwaarde dat:

  • de thermografist de niet-toegestane zone niet betreedt,
  • het veld van de behuizing niet onderbreekt; of
  • op geen enkele manier de apparatuur bedient of aanraakt.

Een van de hoofdvragen die de commissie moest behandelen, is of thermografisten wel of niet voor kwalificatie in aanmerking komen. We beslisten dat OSHA en NFPA 70E vereisen dat iedereen die aan de risico’s wordt blootgesteld, voor kwalificatie in aanmerking komt. Daarom besliste de 70E-commissie dat het aanvaardbaar was om elektrisch gekwalificeerde personen de flexibiliteit te bieden om hun taken op een veilige manier uit te voeren. Aangezien we niet op elke locatie aanwezig kunnen zijn, moet die beslissing worden genomen door de gekwalificeerde persoon die het werk uitvoert.

Tijd om te beslissen

Het is belangrijk op te merken dat de NFPA 70E staat voor minimale veilige praktijken, niet de aanbevolen procedures. Elke gekwalificeerde persoon die een taak wil uitvoeren waardoor deze wordt blootgesteld aan elektrische gevaren, moet een volledige risicoanalyse uitvoeren, waaronder een beoordeling van het risico op elektrische schokken en elektrische vonkbogen. Dit kan op het eerste zicht verwarrend en tegenstrijdig lijken. Enerzijds verplicht NFPA 70E geen vonkboogbestendige PBM en kleding tijdens het uitvoeren van een infraroodscan. Anderzijds kan de technicus vaststellen dat in zijn of haar specifieke geval PBM vereist kan zijn, zelfs al is dit niet verplicht volgens NFPA 70E.

De 70E-commissie is van oordeel dat, zolang de apparatuur onder spanning staat, het risico op vonkbogen blijft. In tabel 130.7(C)(15)(A)(a) vermelden we dat vonkboogbestendige PBM al dan niet zijn vereist afhankelijk van de taken en de omstandigheden. Vonkboogbestendige PBM kunnen nodig zijn voor persoonlijke veiligheid ook al zijn ze niet verplicht volgens NFPA 70E. Zoals eerder vermeld, staat 70E voor de minimale aanvaardbare vereisten en bestaat de kans dat deze vereisten moeten worden overschreden. Dit is een voorbeeld van waarom de gebruiker van NFPA 70E het volledige hoofdstuk 1 moet kennen indien deze taken uitvoert aan elektrische apparatuur.

Er zijn geen uitzonderingen: het negeren van de risico’s verbonden aan een taak volgens de NFPA 70E leiden er uitsluitend toe dat u sneller in een brandwondencentrum terechtkomt. Niemand wil daar terechtkomen. Dit is een gebied waar lui zijn het leven van de thermografist voorgoed kan veranderen.

Daarnaast moet de persoon die de behuizing verwijdert volledige vonkboogbestendige kleding en PBM dragen. Zodra de behuizing is verwijderd, de omgeving is beveiligd en er is gecontroleerd op mogelijke gevaren, kan de thermografist binnengaan en de scan uitvoeren met de benodigde PBM voor dat risiconiveau.

Samenvatting

Het dragen van vonkboogbestendige kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor thermografisten kan in sommige gevallen nu een persoonlijke beslissing worden. Denk eraan dat de OSHA voorschrijft dat werkgevers PBM ter beschikking stellen en dat werknemers deze PBM dragen als er sprake is van risico’s. Een gevaren-/risicoanalyse kan aangeven of dergelijke PBM noodzakelijk zijn en deze analyse moet correct worden geregistreerd.

Houd rekening met de volgende vragen bij de beslissing om al dan niet persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor thermografisten te dragen:

  • Hoe zou uw leven eruit zien na een ernstig vonkboogincident?
  • Wat zouden de volgen zijn voor uw familie en vrienden? Hoe zou u leven veranderen indien u verminkt of gehandicapt werd?
  • Hoe zeker bent u dat er geen defecten zijn aan de apparatuur die u zo dadelijk scant?

De NFPA 70E-commissie (en ik) hoopt (hopen) oprecht dat niemand ooit in een situatie komt waarbij hij of zij deze vragen moet beantwoorden omwille van een elektrisch incident. Als het echt onhandig is om de vereiste PBM te dragen of indien er gewoonweg geen ruimte is, kan een kijkvenster worden overwogen.

Read more
veilig gebruik van digitale multimeters

Handleiding voor veilig gebruik van digitale multimeters

Het is bewezen dat een goed gebouwde digitale multimeter onder veeleisende omstandigheden beter presteert dan een tweedelijns model. Niet alleen is een topinstrument beter bestand tegen uw werkomgeving, maar het helpt ook om u veilig te houden. Als u eenmaal over een multimeter beschikt, is blijft veilig gebruik van digitale multimeters belangrijk in elke omgeving waarin u werkt. Controleer altijd of uw multimeter veilig is om te gebruiken.

 

Vraag advies aan onze experts

Wat zijn elektrische parameters?

Elk apparaat dat elektriciteit gebruikt of verplaatst, heeft een set elektrische parameters. Dit zijn classificaties en codes, zoals CAT-specificaties en beschermingsklassen (IP-codes), die zijn afgestemd op de normen die zijn vastgesteld door speciaal benoemde teams van professionals. Als u de elektrische parameters van een apparaat begrijpt, kunt u beter begrijpen hoe u de prestaties van dat apparaat kunt testen en hoe u het apparaat en uzelf (en de mensen om u heen) veilig kunt houden. Enkele voorbeelden van elektrische parameters zijn impedantie, inschakelstroom, arbeidsfactor en spanningsval.

Wat zijn de CAT-specificaties van de multimeter?

Digitale multimeters zijn geschikt voor verschillende elektrische parameters, dus u moet controleren op de juiste CAT-specificaties, IP-codes en onafhankelijke verificatiesymbolen om er zeker van te zijn dat de door u geselecteerde meter is getest door een onafhankelijk laboratorium en veilig is voor uw metingen.

Bij het bepalen van de juiste overspanningscategorie (CAT II, CAT III of CAT IV) van de installatie, moet u altijd een instrument kiezen dat geschikt is voor de hoogste categorie waarin u het instrument mogelijk kunt gebruiken en een spanningsnorm selecteren die geschikt is voor deze situaties of deze zelfs overschrijdt. Meters met een CAT-specificatie zijn ontwikkeld om het risico op een vlamboog in de meter zo veel mogelijk te beperken. De classificaties bevinden zich meestal in de buurt van de ingangen.

Om een voorbeeld te geven: als u voorbereidingen treft om een 480-V voedingsdistributiepaneel te meten, moet u een meter gebruiken die minimaal voldoet aan CAT III-600 V. Dit betekent dat een CAT III-1000 V of CAT IV-600 V in deze situatie ook geschikt kan zijn.

Meetcategorie  Omschrijving Voorbeelden
CAT IV Driefasig bij aansluiting op netvoeding, alle geleiders buiten

Alleen beperkt door de nettransformator die het circuit voedt

››50 kA kortsluitstroom

  • De ‘oorsprong van de installatie’, dat wil zeggen: waar het laagspanningssysteem (kabels voor service-ingang) is aangesloten op het lichtnet.
  • Elektriciteitsmeters, primaire overstroom-beveiligingsapparatuur.
  • Buitenleidingen en service-ingang, serviceleiding van mast naar een gebouw, leiding tussen meter en paneel
  • Bovengrondse leiding naar vrijstaand gebouw, ondergrondse leiding naar bronpomp.
CAT III Driefasige verdeling, inclusief enkelfasige commerciële verlichting

‹50 kA kortsluitstroom

  • Apparatuur in vaste installaties, zoals schakelinstallaties en meerfasenmotoren.
  • Bus- en voedingscircuits in industriële installaties.
  • Voedingen en korte aftakkingsstroomkringen, apparaten die rechtstreeks vanaf verdeelpanelen worden gevoed.
  • Verlichtingssystemen in grote gebouwen.
  • Contactdozen met korte verbindingen naar de service-ingang
CAT II Belastingen die zijn verbonden met een eenfaseaansluiting.

‹10 kA kortsluitstroom.

  • Huishoudelijke apparaten, draagbaar gereedschap en gelijksoortige belastingen.
  • Contactdozen en lange aftakkingsstroomkringen.
    • Contactdozen op meer dan 10 meter afstand van de bron van CAT III.
    • Contactdozen op meer dan 20 meter afstand van een bron van CAT IV.

De tweecijferige IP-codes geven aan welke weerstand uw meter tegen stof en water kan bieden. Het beschrijft de grootte van de stofdeeltjes die worden tegengehouden en tot welke diepte uw multimeter kan worden ondergedompeld terwijl hij blijft functioneren.

Mate van bescherming tegen binnendringen van vaste stoffen

Niveau Objectgrootte Effectief tegen
0 Objectgrootte Geen bescherming
1 >50 mm Een groot oppervlak van het lichaam
2 <12,5 mm Vingers en dergelijke
3 <2,5 mm Gereedschap, dikke kabels
4 <1 mm Granulaire objecten. De meeste kabels, schroeven enz.
5 Beschermd tegen stof Niet volledig beschermd, maar mag geen belemmering vormen voor een goede werking
6 Stofdicht Geen binnendringen van stof. Stofbestendig

Het tweede cijfer van een IP-waarde geeft het beschermingsniveau tegen water aan.

Mate van bescherming tegen binnendringen van water

Niveau Beschermd tegen Details
0 Niet beschermd
1 Druppelend water Verticaal vallend water. Geen schadelijk effect
2 Druppelend water, 15° kanteling Verticaal vallend water. Geen schadelijk effect wanneer het apparaat tot 15° gekanteld is ten opzichte van de normale positie
3 Sproeiwater Water valt als spray bij maximaal 60°. Geen schadelijk effect
4 Spattend water Water dat uit een willekeurige richting spat. Geen schadelijk effect
5 Waterstralen Water dat door een spuitmond vanuit een willekeurige richting wordt gespoten. Geen schadelijk effect
6 Krachtige waterstralen Water dat in krachtige stralen door een spuitmond vanuit een willekeurige richting wordt geprojecteerd. Geen schadelijk effect
7 Onderdompeling tot 1m Onderdompeling in water tot 1 m gedurende 30 minuten. Waterdicht tot 1 m gedurende 30 minuten
8 Onderdompeling dieper dan 1m Continue onderdompeling

 

Plan een consultatie

 

Bij Fluke testen we onze producten op veiligheid, zodat ze tot het uiterste gaan. Alleen als het testteam er niet meer in slaagt om de werking van het instrument te verstoren, kan het instrument worden vrijgegeven voor productie. Het doel is ervoor te zorgen dat een digitale multimeter van Fluke steeds opnieuw bestand is tegen de meest veeleisende omstandigheden in de praktijk. En dat u, de gebruiker, veilig blijft en elke dag weer naar huis kunt terugkeren. We zorgen er ook voor dat onze producten onafhankelijk worden getest, om onze aanspraken te staven.

Wat zijn veiligheidsmaatregelen voor multimeters?

Veilig gebruik van digitale multimeters is belangrijk. Voordat u een meting uitvoert met uw multimeter, moet u deze eerst visueel inspecteren. Controleer de meter, de meetprobes en de accessoires op tekenen van fysieke schade. Zorg ervoor dat alle pluggen goed vastzitten en let op blootliggend metaal of barsten in de behuizing. Gebruik nooit een beschadigde meter of beschadigde meetprobes.

Nadat de visuele inspectie is uitgevoerd, controleert u of uw multimeter goed werkt. Neem nooit zomaar aan dat dit zo is. Gebruik een bekende spanningsbron of een controle-apparaat, zoals de Fluke PRV240, om te controleren of uw meter goed werkt. Dit is een vereiste van NFPA70E (VS) en GS38 (Europa).

Het werken met elektriciteit brengt altijd een risico met zich mee. Weet wat deze gevaren zijn en neem de juiste voorzorgsmaatregelen voordat u begint met het uitvoeren van metingen. Wees u bewust van de mogelijkheid van pieken zoals kortstondige overspanning en vlambogen of vonkoverslag.

  1. Ga er altijd van uit dat elke elektrische component in een circuit onder spanning staat totdat u de stappen hebt genomen om deze positief te ontladen. Een schok treedt op als het menselijk lichaam deel gaat uitmaken van een elektrisch circuit. Let dus op de positie van uw lichaam tijdens werkzaamheden in elektrische omgevingen.
  2. Zorg ervoor dat u in elke situatie de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt. Dit betekent zowel op het lichaam (d.w.z. handschoenen, hoofdbedekking) als in de buurt van het lichaam (d.w.z. geïsoleerde rubbermatten). Deze zijn nodig bij werkzaamheden aan of in de buurt van onder spanning staande en blootliggende elektrische circuits van meer dan 50 V.
  3. Werk nooit alleen aan of bij blootliggende en spanningvoerende apparatuur. Blijf veilig en zorg ervoor dat u en uw partner zich ook bewust zijn van de omgeving. Voer, indien mogelijk, geen metingen uit in vochtige of natte omgevingen en zorg ervoor dat er geen atmosferische gevaren in de buurt zijn (d.w.z. brandbaar stof of damp).
  4. Houd ten slotte het display van uw digitale multimeter in de gaten voor eventuele visuele waarschuwingen. Het kan gebruikers waarschuwen voor onregelmatigheden zoals onveilige spanningen (30 V of hoger) bij de meetprobes.
Read more
opbouwen van een sterke cultuur van veiligheid

3 belangrijkste principes voor het opbouwen van een sterke cultuur van veiligheid

Volgens een onderzoek van Fluke hebben de meeste bedrijven geen sterke veiligheidscultuur. Voor het opbouwen van een sterke cultuur van veiligheid, moet u eerst een klimaat van veiligheid creëren. Een klimaat van veiligheid maakt het mogelijk om sneller te veranderen en aan te passen. Het beïnvloedt de veiligheidscultuur, die moeilijker te veranderen is omdat het is verweven met de overkoepelende bedrijfscultuur. Als u de veiligheidscultuur van een bedrijf wilt veranderen, moet u beginnen met het klimaat van veiligheid. In de loop der jaren zal dat sterke klimaat een sterkere cultuur creëren.

De veiligheidscultuur-expert bij Predictive Solutions, Chuck Pettinger, Ph.D. heeft drie belangrijke veranderingen gezien bij het creëren van een succesvol klimaat van veiligheid dat zal uitgroeien tot een succesvolle cultuur van veiligheid:

  1. Communicatie
  2. Maak het persoonlijk
  3. Blijf bouwen

1. Communiceer

Onderdeel van een succesvol bedrijf is de manier waarop we met elkaar communiceren en het opbouwen van een sterke cultuur van veiligheid. Als we kijken naar een klimaat van veiligheidscommunicatie kunnen zaken als het stellen van doelen en stimuleringsprogramma’s worden opgenomen. Dr. Pettinger suggereert om in plaats van te kijken naar de cijfers voor ongevallen en letsel, ons te richten op het positieve. Door ons te richten op ongevallen en letsel “gaat veel veiligheidsrapportage ondergronds. En het kan de cultuur onbedoeld schaden.” Probeer u in plaats daarvan te richten op de kwaliteit van de veiligheidsinspecties of het aantal werknemers dat deelneemt aan een veiligheidsinitiatief. Over het algemeen zijn mensen gemotiveerder wanneer ze iets proberen te verbeteren, in plaats van iets te vermijden of te verminderen (bijvoorbeeld letsel).

Richt u in plaats daarvan op het stellen van S.M.A.R.T.-doelen, die nuttiger zijn en een positief effect hebben op het klimaat van veiligheid binnen het bedrijf. Dr. Pettinger zegt: “[Het doel] moet een uitvoerbaar, waarneembaar gedrag zijn dat je wilt versterken, tegenover, bijvoorbeeld, ‘Doe je best.’ Maak het dus specifiek. Maak het haalbaar. Maak het relevant voor de mensen om u heen en niet alleen voor u. En visualiseer het, zorg dat mensen het belang ervan inzien.”

Het is ook belangrijk om u bewust te zijn van de manier waarop u over bepaalde processen praat. Dit kan ook van invloed zijn op de manier waarop het klimaat in het hele bedrijf wordt ervaren. Dr. Pettinger gaf een voorbeeld van hoe het klimaat werknemers negatief kan beïnvloeden: “Als u hoort: ‘We moeten deze machine aan de gang krijgen.’ Er is een bepaalde tijdsdruk. Er is een lichte druk en niemand vertelt u letterlijk ‘Sla dingen over’, maar u voelt die druk van het klimaat in vergelijking met andere culturen die zeggen: “Het maakt me niet uit hoe lang het duurt. Neem de tijd. Doe het veilig. Raak niet gewond.”

2. Maak het persoonlijk

Door een veiligheidsplan op te stellen waarbij het individu centraal staat, blijf je er de hele werkdag mee bezig. Dr. Pettinger heeft gezien hoe de manier waarop vergaderingen aan het begin van de dienst worden gehouden met succes is veranderd en hoe trainingen meer maatwerk zijn geworden.

Meer betrokkenheid van werknemers aan het begin van de dienst heeft voor veel bedrijven een positief effect gehad. In plaats van alleen te kijken naar wat er gedaan moet worden en wat de vorige dienst heeft laten liggen, raadt Dr. Pettinger aan om tijdens elke vergadering de tijd te nemen om potentiële risico’s te bespreken en te bepalen hoe deze kunnen worden beperkt. “Zorg dat u die antwoorden van de mensen in uw groep krijgt. Als een goede manager is het belangrijk om ze zelf de oplossing te laten vinden,” zegt Dr. Pettinger.

Als het gaat om training en lesgeven, zijn er verschillende benaderingen mogelijk. Michael Brooks, een klant van Fluke, heeft succes gehad met één-op-één training in zijn bedrijf, Great Southwestern Fire and Safety. De tijd nemen om de veiligheidsstappen te doorlopen en ervoor te zorgen dat de kennis en ervaring die één werknemer heeft, aan de volgende wordt overgedragen. Brooks zei: “Wat ze hebben geleerd, konden ze zelf aan een andere nieuwe collega overdragen. Het zijn niet telkens dezelfde mensen die instrueren en leren en voortdurend groeien. We hebben echt hard gewerkt om deze positieve houding onder ons personeel vast te houden.” Dit heeft niet alleen bijgedragen aan de veiligheid van de werknemers, maar heeft het bedrijf in de loop der jaren laten groeien.

3. Blijf bouwen

Het opbouwen van een sterke cultuur van veiligheid gebeurt niet op één dag. Veel bedrijven vallen onder de zogenaamde ‘giftige cyclus’. In deze cyclus beginnen nieuwe initiatieven sterk, maar verliezen ze uiteindelijk het momentum en worden ze na enige tijd volledig genegeerd. Vervolgens wordt er weer een nieuw initiatief gestart en herhaalt de cyclus zich. Er is echter geen echte verandering te zien op basis van deze initiatieven en zowel het klimaat als de cultuur van veiligheid blijven hetzelfde.

In plaats daarvan moeten bedrijven een manier vinden om de “deugdzame cyclus” te bereiken. Dit draait allemaal om geduld en doorzettingsvermogen. “Cultuur is iets dat heel moeilijk te beïnvloeden is. Het duurt soms drie tot vijf of zelfs tien jaar om te veranderen,” aldus Dr. Pettinger.

Zodra een nieuw initiatief is gestart, stelt u doelen voor de korte termijn in zodat het meer lijkt of er vooruitgang wordt geboekt. Niet alleen zullen individuele werknemers het gevoel hebben dat ze meer van invloed kunnen zijn, maar het management kan ook bijhouden welke veranderingen in gang zijn gezet. Zodra mensen de waarde van het nieuwe proces zien, zal het zichzelf in stand houden, inslijten en uw organisatie helpen een cultuur van veiligheid te creëren.

Read more
mythes over elektriciteit

Vier mythes over elektriciteit die u kunnen verrassen

Diverse mythes over elektriciteit zijn alom aanwezig. Veiligheid van de installatie is veel meer dan alleen wat taken op een checklist. Het vereist betrokkenheid van elke werknemer, van het management tot lijnwerkers, om een cultuur van veiligheid te handhaven in alle aspecten van de bedrijfsvoering. Na verloop van tijd kunnen interpretaties van bepaalde veiligheidsnormen afwijken van de oorspronkelijke opzet, waardoor er mythes ontstaan over hoe het beste aan de veiligheidseisen kan worden voldaan.

Vraag advies aan onze experts

 

Mythe 1: “Onhandig” is hetzelfde als “onhaalbaar” als het gaat om het spanningsloos maken van apparatuur voor onderhoud

Ontkracht vier verrassende mythes over elektriciteit en versterk uw kennis. Informatieve inzichten nu op LHM-instrumentation.be.

Het komt natuurlijk bijna nooit gelegen als de stroom onverwacht moet worden uitgeschakeld om aan een apparaat te werken. Maar dat betekent niet dat het niet haalbaar is. Het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA), nationale equivalenten zoals de Health and Safety Executive (HSE) in het Verenigd Koninkrijk en de DGUV (Duitse wettelijke ongevallenverzekering), evenals andere lokale autoriteiten, staan het werken aan een circuit onder spanning alleen onder bepaalde omstandigheden toe. Dit geldt ook wanneer het ‘onhaalbaar’ is om de stroom uit te schakelen vanwege een verhoogd risico. Er is echter een neiging om werknemers toe te staan aan spanningvoerende circuits te werken, alleen omdat het “onhandig” is om de stroom uit te schakelen. Dit leidt tot onnodige risico’s die vaak leiden tot ongevallen.

In situaties waarin het onmogelijk is om de stroom uit te schakelen, mogen alleen elektriciens en technici die gekwalificeerd zijn om aan spanningvoerende systemen te werken de werkzaamheden uitvoeren. Zij dienen alle voorzorgsmaatregelen te nemen, inclusief het dragen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en het gebruik van gereedschap dat is gecertificeerd volgens de geldende veiligheidsnormen (bijv. EN 60900) voor de betreffende omstandigheden.

Mythe 2: Hoe meer persoonlijke beschermingsmiddelen, hoe beter

Ontkracht vier verrassende mythes over elektriciteit en versterk uw kennis. Informatieve inzichten nu op LHM-instrumentation.be.Of u persoonlijke beschermingsmiddelen moet dragen, en hoeveel, is geen kwestie van een persoonlijke keuze. Een onderdeel kan op elk moment defect raken. Perfect werkende onderbrekers kunnen plotseling defect raken tijdens het storingzoeken. Als er een vlamboog optreedt bij het alleen maar openen van een kast, kan het dragen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen het verschil betekenen tussen leven en dood. Elektriciens en technici moeten de gedetailleerde vereisten ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen in de Europese norm EN 50110 “Bediening van elektrische installaties” volgen, die de elektrische veiligheid op de werkplek definieert. Werknemers verplichten om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die zijn geclassificeerd voor een veel hoger risiconiveau dan de omgeving vereist, zorgt er echter niet per se voor dat ze beter beschermd zijn.

“Meer persoonlijke beschermingsmiddelen zijn niet per se beter”, aldus Kevin Taulbee, Electrical Engineer en Safety Trainer bij Power Studies, Inc. “Het gaat erom de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Het uitvoeren van een goede gevarenanalyse voor de taak is belangrijk om medewerkers met de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te kunnen uitrusten. Te veel mensen kopen gewoon vlamboogwerende maanpakken en dikke hoogspanningshandschoenen voor kabelwerkers voor hun interne onderhoudsmedewerkers en elektriciens. Elektrische handschoenen van klasse 2 zijn niet nodig als ze nooit met een spanning van meer dan 480 V in aanraking komen en ze bieden veel minder bewegingsvrijheid. Als gevolg hiervan kan een elektricien gereedschap of meetsnoer eerder laten vallen wanneer hij aan een onder spanning staand paneel werkt.”

Naast het kiezen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen is het mogelijk om handinstrumenten te kiezen die zijn ontworpen om knoppen en draaiknoppen makkelijker te kunnen bedienen wanneer zware handschoenen worden gedragen. Het is ook mogelijk om het aantal persoonlijke beschermingsmiddelen dat in sommige gevallen vereist is te verminderen door werknemers uit te rusten met contactloze infraroodinstrumenten (IR-instrumenten), zoals warmtebeeldcamera’s, infraroodthermometers en draadloze bewakingssensoren. Met deze instrumenten kunnen werknemers gegevens vastleggen van buiten de vlamboogzone. Het wegnemen van de noodzaak om binnen een vlambooggrens te werken, met name bij het schakelen of storingzoeken, verhoogt het algehele veiligheidsniveau voor werknemers.

Mythe 3: Alle meetsnoeren en zekeringen zijn gelijk

mythes over elektriciteitVaak beschouwen technici meetsnoeren en zekeringen als basiscomponenten zonder veel aandacht te besteden aan kwaliteit. Ongeacht de kwaliteit van de multimeter is deze slechts zo veilig als de meetsnoeren die worden gebruikt en de zekeringen binnenin. Deze componenten bieden essentiële bescherming tegen stroom- en spanningspieken die ernstig letsel bij de gebruiker kunnen veroorzaken.

De juiste meetsnoeren kiezen

De belangrijkste taak van meetsnoeren is het aansluiten van de digitale multimeter op het apparaat dat moet worden getest, maar ze vormen ook een eerste verdedigingslinie tegen elektrocutie. Meetsnoeren die slecht zijn gemaakt, versleten zijn of niet geschikt zijn voor de uit te voeren werkzaamheden, kunnen onnauwkeurige meetwaarden opleveren en bij aanraking met de verkeerde draad een ernstig schokgevaar opleveren. Let bij het kiezen van meetsnoeren op het volgende:

  • Hoogwaardige materialen en een robuuste constructie
  • Classificatie voor de desbetreffende meetcategorie zoals gespecificeerd in EN 61010 en het spanningsniveau van de toepassing. De categorie (CAT) van de meetsnoeren en accessoires moet overeenkomen met of hoger zijn dan de categorie van de DMM.
  • Blootliggend metaal dat overeenkomt met het energiepotentieel van een specifieke meting.
  • Intrekbare meetpennen, meetpenhoezen of meetpennen met kortere uiteinden om onbedoelde kortsluiting te voorkomen.

Kies hoogwaardige vervangingszekeringen

De huidige veiligheidsnormen vereisen dat digitale multimeters zijn voorzien van speciale zekeringen met een hoog vermogen, die zijn ontworpen om de energie die door een elektrische kortsluiting wordt gegenereerd, binnen de zekeringbehuizing te houden. Dit beschermt de gebruiker tegen elektrische schokken en brandwonden. Wanneer het tijd is om zekeringen te vervangen, kies dan altijd de zekeringen met een hoog vermogen die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de meter. Goedkopere algemene vervangingszekeringen verhogen de kans op ernstig letsel.

Mythe 4: De enige manier om de spanning nauwkeurig te meten is door contact te maken met een meetsnoer.

Fluke T5 testersIn het verleden was het direct aansluiten van meetsnoerprobes of krokodillenklemmen op elektrische geleiders de beste manier om nauwkeurige resultaten te verkrijgen. Dit vereist echter metaal-op-metaal-contact, waardoor er een grotere kans is op vlambogen en mogelijk letsel voor de persoon die meet of schade aan de apparatuur die wordt gemeten.

Onlangs is een nieuwe technologie geïntroduceerd die spanning detecteert en meet zonder contact van metaal-op-metaal. Deze technologie isoleert het meetinstrument van de te testen spanningsbron. Voor het meten van spanning schuiven elektriciens en technici slechts één geleidende draad in de open vork van het handmeetinstrument. Omdat ze niet worden blootgesteld aan contactpunten die onder spanning staan, is de kans op elektrische schokken en vlambogen kleiner.

De hierboven genoemde mythes vormen slechts een kleine selectie van de veiligheidskwesties die moeten worden meegenomen bij werkzaamheden aan spanningvoerende apparatuur. De beste manier voor een faciliteit om ervoor te zorgen dat werknemers alle relevante voorschriften voor elektrische veiligheid volledig begrijpen en naleven, is het ontwikkelen en onderhouden van een solide veiligheidscultuur op basis van de behoeften en de omgeving van die specifieke faciliteit.

Read more
werken met elektriciteit, 10 domme dingen

Tien domme dingen die slimme mensen doen

Iedereen die zijn geld verdient met het werken met elektriciteit, krijgt al gauw een gezond respect voor alles wat ook maar in de verte onder spanning zou kunnen staan. Toch kunnen tijdsdruk en stress vanwege de kritieke aard van de apparatuur zelfs bij de meest ervaren elektricien tot onvoorzichtigheid en onkarakteristieke fouten leiden. Onderstaande lijst biedt een snel overzicht van wat u niet moet doen bij het meten van elektriciteit.

 

Vraag advies aan onze experts

  1. De originele zekering door een goedkopere vervangen. Als uw digitale multimeter aan de huidige veiligheidsnormen voldoet, is die zekering een speciale met zand gevulde smeltveiligheid die doorbrandt voordat een overbelasting uw hand kan bereiken. Als u de zekering van uw DMM verwisselt, moet u deze altijd door een voor het instrument goedgekeurde zekering vervangen.
  2. Een stukje draad of metaal gebruiken om de complete zekering te overbruggen. Dit mag dan wel een snelle oplossing lijken voor wanneer u onverhoopt geen reservezekering bij u mocht hebben, maar die zekering is wel het enige dat u scheidt van de spanningspiek die uw kant opkomt.
  3. Het verkeerde instrument voor het specifieke karwei gebruiken. Het is belangrijk dat uw DMM geschikt is voor het werk dat u gaat uitvoeren. Zorg er steeds voor dat uw meetinstrument de juiste veiligheidsspecificatie heeft voor het werk dat u uitvoert, zelfs als dit betekent dat u de hele dag door van DMM moet wisselen.
  4. De goedkoopste DMM kiezen. U kunt later altijd nog op een duurder model overstappen, nietwaar? Misschien ook niet, als u het slachtoffer wordt van een ongeluk. Dit omdat het goedkope meetinstrument niet over de veiligheidsvoorzieningen beschikte die werden aangegeven. Kijk altijd naar verklaringen van onafhankelijke testlaboratoria.
  5. Uw veiligheidsbril in uw borstzak laten zitten. Pak die bril. Zet hem op. Het is echt belangrijk. Hetzelfde geldt voor isolerende handschoenen en vlamwerende kleding.
  6. Aan een spanningvoerende stroomkring werken. Maak de stroomkring indien enigszins mogelijk spanningsloos. Als u toch aan een spanningvoerende stroomkring moet werken, gebruik dan goed isolerende instrumenten, draag een veiligheidsbril of een gelaatsbeschermer; en isolerende handschoenen, doe horloges en sieraden af, ga op een isolatiemat staan en draag vlamwerende kleding in plaats van gewone werkkleding.
  7. Niet zorgen voor deugdelijke beveiligingen en teksten tegen het opnieuw inschakelen van de installatie.
  8. Bij het meten beide handen gebruiken. Doe dit niet! Gebruik bij het werken aan spanningvoerende stroomkringen de volgende truc: Houd één hand in uw broekzak. Dat vermindert het risico van een gesloten circuit via uw borstkas en uw hart. Hang het meetinstrument indien mogelijk op, of zet het ergens neer. Raak het instrument zo min mogelijk met uw handen aan, zodat u zo min mogelijk aan de effecten van transiënten blootstaat.
  9. Uw meetsnoeren verwaarlozen. Meetsnoeren zijn belangrijk voor de veiligheid van de DMM. Zorg ervoor dat ook uw meetsnoeren de juiste veiligheidsspecificatie hebben voor het werk dat u uitvoert. Gebruik liefst meetsnoeren met dubbele isolatie, geïsoleerde ingangsconnectoren, vingerbescherming en antislip-oppervlak.
  10. Uw oude meetinstrument altijd blijven gebruiken. De huidige meetinstrumenten hebben veiligheidsvoorzieningen waarvan enkele jaren geleden nog niemand had gehoord; voorzieningen die een modernisering van uw uitrusting waard zijn en die heel wat goedkoper zijn dan een bezoek aan de eerste hulp.
Read more