Diverse mythes over elektriciteit zijn alom aanwezig. Veiligheid van de installatie is veel meer dan alleen wat taken op een checklist. Het vereist betrokkenheid van elke werknemer, van het management tot lijnwerkers, om een cultuur van veiligheid te handhaven in alle aspecten van de bedrijfsvoering. Na verloop van tijd kunnen interpretaties van bepaalde veiligheidsnormen afwijken van de oorspronkelijke opzet, waardoor er mythes ontstaan over hoe het beste aan de veiligheidseisen kan worden voldaan.
Mythe 1: “Onhandig” is hetzelfde als “onhaalbaar” als het gaat om het spanningsloos maken van apparatuur voor onderhoud
Het komt natuurlijk bijna nooit gelegen als de stroom onverwacht moet worden uitgeschakeld om aan een apparaat te werken. Maar dat betekent niet dat het niet haalbaar is. Het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA), nationale equivalenten zoals de Health and Safety Executive (HSE) in het Verenigd Koninkrijk en de DGUV (Duitse wettelijke ongevallenverzekering), evenals andere lokale autoriteiten, staan het werken aan een circuit onder spanning alleen onder bepaalde omstandigheden toe. Dit geldt ook wanneer het ‘onhaalbaar’ is om de stroom uit te schakelen vanwege een verhoogd risico. Er is echter een neiging om werknemers toe te staan aan spanningvoerende circuits te werken, alleen omdat het “onhandig” is om de stroom uit te schakelen. Dit leidt tot onnodige risico’s die vaak leiden tot ongevallen.
In situaties waarin het onmogelijk is om de stroom uit te schakelen, mogen alleen elektriciens en technici die gekwalificeerd zijn om aan spanningvoerende systemen te werken de werkzaamheden uitvoeren. Zij dienen alle voorzorgsmaatregelen te nemen, inclusief het dragen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en het gebruik van gereedschap dat is gecertificeerd volgens de geldende veiligheidsnormen (bijv. EN 60900) voor de betreffende omstandigheden.
Mythe 2: Hoe meer persoonlijke beschermingsmiddelen, hoe beter
Of u persoonlijke beschermingsmiddelen moet dragen, en hoeveel, is geen kwestie van een persoonlijke keuze. Een onderdeel kan op elk moment defect raken. Perfect werkende onderbrekers kunnen plotseling defect raken tijdens het storingzoeken. Als er een vlamboog optreedt bij het alleen maar openen van een kast, kan het dragen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen het verschil betekenen tussen leven en dood. Elektriciens en technici moeten de gedetailleerde vereisten ten aanzien van persoonlijke beschermingsmiddelen in de Europese norm EN 50110 “Bediening van elektrische installaties” volgen, die de elektrische veiligheid op de werkplek definieert. Werknemers verplichten om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die zijn geclassificeerd voor een veel hoger risiconiveau dan de omgeving vereist, zorgt er echter niet per se voor dat ze beter beschermd zijn.
“Meer persoonlijke beschermingsmiddelen zijn niet per se beter”, aldus Kevin Taulbee, Electrical Engineer en Safety Trainer bij Power Studies, Inc. “Het gaat erom de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Het uitvoeren van een goede gevarenanalyse voor de taak is belangrijk om medewerkers met de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te kunnen uitrusten. Te veel mensen kopen gewoon vlamboogwerende maanpakken en dikke hoogspanningshandschoenen voor kabelwerkers voor hun interne onderhoudsmedewerkers en elektriciens. Elektrische handschoenen van klasse 2 zijn niet nodig als ze nooit met een spanning van meer dan 480 V in aanraking komen en ze bieden veel minder bewegingsvrijheid. Als gevolg hiervan kan een elektricien gereedschap of meetsnoer eerder laten vallen wanneer hij aan een onder spanning staand paneel werkt.”
Naast het kiezen van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen is het mogelijk om handinstrumenten te kiezen die zijn ontworpen om knoppen en draaiknoppen makkelijker te kunnen bedienen wanneer zware handschoenen worden gedragen. Het is ook mogelijk om het aantal persoonlijke beschermingsmiddelen dat in sommige gevallen vereist is te verminderen door werknemers uit te rusten met contactloze infraroodinstrumenten (IR-instrumenten), zoals warmtebeeldcamera’s, infraroodthermometers en draadloze bewakingssensoren. Met deze instrumenten kunnen werknemers gegevens vastleggen van buiten de vlamboogzone. Het wegnemen van de noodzaak om binnen een vlambooggrens te werken, met name bij het schakelen of storingzoeken, verhoogt het algehele veiligheidsniveau voor werknemers.
Mythe 3: Alle meetsnoeren en zekeringen zijn gelijk
Vaak beschouwen technici meetsnoeren en zekeringen als basiscomponenten zonder veel aandacht te besteden aan kwaliteit. Ongeacht de kwaliteit van de multimeter is deze slechts zo veilig als de meetsnoeren die worden gebruikt en de zekeringen binnenin. Deze componenten bieden essentiële bescherming tegen stroom- en spanningspieken die ernstig letsel bij de gebruiker kunnen veroorzaken.
De juiste meetsnoeren kiezen
De belangrijkste taak van meetsnoeren is het aansluiten van de digitale multimeter op het apparaat dat moet worden getest, maar ze vormen ook een eerste verdedigingslinie tegen elektrocutie. Meetsnoeren die slecht zijn gemaakt, versleten zijn of niet geschikt zijn voor de uit te voeren werkzaamheden, kunnen onnauwkeurige meetwaarden opleveren en bij aanraking met de verkeerde draad een ernstig schokgevaar opleveren. Let bij het kiezen van meetsnoeren op het volgende:
- Hoogwaardige materialen en een robuuste constructie
- Classificatie voor de desbetreffende meetcategorie zoals gespecificeerd in EN 61010 en het spanningsniveau van de toepassing. De categorie (CAT) van de meetsnoeren en accessoires moet overeenkomen met of hoger zijn dan de categorie van de DMM.
- Blootliggend metaal dat overeenkomt met het energiepotentieel van een specifieke meting.
- Intrekbare meetpennen, meetpenhoezen of meetpennen met kortere uiteinden om onbedoelde kortsluiting te voorkomen.
Kies hoogwaardige vervangingszekeringen
De huidige veiligheidsnormen vereisen dat digitale multimeters zijn voorzien van speciale zekeringen met een hoog vermogen, die zijn ontworpen om de energie die door een elektrische kortsluiting wordt gegenereerd, binnen de zekeringbehuizing te houden. Dit beschermt de gebruiker tegen elektrische schokken en brandwonden. Wanneer het tijd is om zekeringen te vervangen, kies dan altijd de zekeringen met een hoog vermogen die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de meter. Goedkopere algemene vervangingszekeringen verhogen de kans op ernstig letsel.
Mythe 4: De enige manier om de spanning nauwkeurig te meten is door contact te maken met een meetsnoer.
In het verleden was het direct aansluiten van meetsnoerprobes of krokodillenklemmen op elektrische geleiders de beste manier om nauwkeurige resultaten te verkrijgen. Dit vereist echter metaal-op-metaal-contact, waardoor er een grotere kans is op vlambogen en mogelijk letsel voor de persoon die meet of schade aan de apparatuur die wordt gemeten.
Onlangs is een nieuwe technologie geïntroduceerd die spanning detecteert en meet zonder contact van metaal-op-metaal. Deze technologie isoleert het meetinstrument van de te testen spanningsbron. Voor het meten van spanning schuiven elektriciens en technici slechts één geleidende draad in de open vork van het handmeetinstrument. Omdat ze niet worden blootgesteld aan contactpunten die onder spanning staan, is de kans op elektrische schokken en vlambogen kleiner.
De hierboven genoemde mythes vormen slechts een kleine selectie van de veiligheidskwesties die moeten worden meegenomen bij werkzaamheden aan spanningvoerende apparatuur. De beste manier voor een faciliteit om ervoor te zorgen dat werknemers alle relevante voorschriften voor elektrische veiligheid volledig begrijpen en naleven, is het ontwikkelen en onderhouden van een solide veiligheidscultuur op basis van de behoeften en de omgeving van die specifieke faciliteit.